Wat hebben we gedaan?

Wij dagen onze inwoners, ondernemers en maatschappelijk middenveld uit om zelf met goede ideeën te komen en te participeren bij beleidsvorming. Wij organiseren hiervoor rondetafelgesprekken.
Wij gaan het zelf organiserend vermogen en de denkkracht in de stad, wijken en dorpen optimaliseren. Uitgangspunten die we hierbij hanteren zijn: bewoners als eerste aan zet, gelijkwaardige partners, alleen op verzoek, ‘ja en’ cultuur, benut wat er is, olievlek en gewoon doen. Deze uitgangspunten passen we toe in Het Krachtlokaal: hét Zevenaarse platform voor inwonerinitiatieven. Het burgerbudget maakt het mogelijk om samen met de inwoners projecten op te pakken en te realiseren. Deze activiteit is verbonden met activiteiten in het kader van burgerparticipatie en leefbaarheid in programma 0.

Stand van zaken

In maart 2019 is de regeling DoeDuiten vastgesteld. Met deze subsidieregeling is het mogelijk inwonerinitiatieven een duwtje in de rug te geven.

Voor het realiseren van de structuurversterking in het Sociaal Domein is een goede samenwerking met maatschappelijke partners relevant. Caleidoz is als lokale welzijnsorganisatie een belangrijke partner. Met Caleidoz komen we tot een opzet voor de toekomst van het welzijnswerk in onze gemeente.

Stand van zaken

In 2019 heeft Caleidoz invulling gegeven aan de uitvoering van de subsidiebeschikking en prestatieafspraken. De verantwoording hiervan neemt de welzijnsorganisatie op in de jaarstukken 2019.

Het voeren van eigen regie door inwoners staat of valt met de toegankelijkheid van informatie, advies, ondersteuning en zorg. Wij stellen daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat iemand die iets nodig heeft de kortste en snelste weg weet te vinden. Of iemand nu het adres van de lokale voetbalclub zoekt of acuut intensieve zorg nodig heeft, de weg naar het antwoord moet snel gevonden worden, zonder omwegen of onnodig oponthoud. Dit vraagt om een slimme inrichting van het hele veld en om adequate informatie hierover voor iedereen die dit aangaat.

Stand van zaken

In 2019 boden onze gebiedsteams onze inwoners informatie en passende ondersteuning. In 2019 gaven inwoners met een Wmo voorziening in cliëntervaringsonderzoeken over 2018 aan dat zij meestal weten waar ze moeten zijn met hun hulpvraag. Het contact met de medewerkers van de gebiedsteams werd door een groot deel van de respondenten als positief ervaren. Ruim driekwart van de respondenten (78%) was van mening dat zij snel is geholpen.

Het grootste deel van de inwoners (jongeren en ouders) met een voorziening vanuit de jeugdwet gaf in dit onderzoek aan dat zij weten waar zij terecht kunnen voor hulp. Inwoners en jongeren gaven het contact met de gemeente een 6,6. Op de bekendheid met- en het gebruikmaken van algemene voorzieningen wordt onvoldoende gescoord.

Niet alle voorzieningen zijn bekend bij inwoners en samenwerkingspartners. In de periode november-december 2019 investeerden wij in het actualiseren van de sociale kaart. Deze actualisatie hebben we eind 2019 afgerond.

Meer grip op financiën is essentieel om goed in te (kunnen) spelen op (toenemende) ondersteunings- en zorgvragen. Tegelijkertijd is er de wens om in de aanpak meer flexibiliteit in te bouwen om bijvoorbeeld (tijdelijke) initiatieven te honoreren en om budget te reserveren voor de inzet van subsidies en innovatie. Ook is het wenselijk om de verschuiving te realiseren van individuele maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen, waarbij we meer preventief en domeinoverstijgend te werk gaan: jeugd, maatschappelijke ontwikkeling, participatie en onderwijs.

Stand van zaken

Wij zetten in op veranderingen in het Sociaal Domein met als doel om vanuit het principe van plan-do-check-act te werken. We werken aan vergroten van kostenbewustzijn en het financieel in control zijn. Dit vraagt om een andere inrichting van onze organisatie, zodat we afwijkingen tijdig kunnen voorspellen en hierop kunnen anticiperen. Hiertoe zijn we ook steeds beter in staat. Afwijkingen kunnen we op basis van data verklaren. In de kwartaalrapportage over het laatste kwartaal 2019 blijkt dat we hier steeds beter toe in staat zijn. De prognose en de realisatie sloten nagenoeg op elkaar aan. Maar we staan nog steeds voor een uitdaging om de taakstelling, oplopend naar 2 miljoen in 2023 voor de beleidsvelden Jeugd en Wmo, te halen.

Voorstel raad

Kennis nemen van de stand van zaken.

Om de ontwikkelingen in het sociaal domein te volgen, bij te sturen en te delen is het belangrijk instrumentarium te ontwikkelen om te monitoren.  Het gaat hierbij onder andere om verhalen van inwoners, cliëntervaringen en kwantitatieve informatie.

Stand van zaken

In de tweede voortgangsrapportage 2019 rapporteerden we dat deze activiteit niet geheel volgens plan verliep. De ontwikkelingen binnen het sociaal domein vragen om actieve monitoring op- en gebruik van data. Met de ontwikkeling van het nieuwe beleidsplan Jeugdwet, Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en Participatiewet 2020-2023 legden we de nadruk op het werken met SMART doelstellingen en datagedreven werken.

Jeugdhulp en WMO zorg- en ondersteuningstrajecten (maatwerkvoorzieningen) zijn via de modulaire gemeenschappelijke regeling, module inkoop (MGR) en inkoop op bovenregionale- en landelijk schaal ingekocht. We zoeken hierbij continu naar mogelijkheden om de kosten te beheersen. Ook voor de komende periode is dit gezien de grote omvang in relatie tot de gemeentebegroting een belangrijk speerpunt.

Stand van zaken

In 2019 werkten we aan een nieuwe contractering op een groot deel van onze maatwerk producten. Samen met Inkoop Sociaal Domein Centraal Gelderland (onderdeel van de MGR) werd gewerkt aan een nieuwe contractering die per 1 juli 2020 ingaat. De belangrijkste uitgangspunten voor de nieuwe contractering zijn:
-              Betere kwalitatieve toetsing bij inschrijving
-              Betere kwalitatieve toetsing op naleving contractafspraken
-              Vereenvoudiging van producten en diensten

Het proces met betrekking tot deze nieuwe contractering verliep in 2019 volgens plan. Wij namen in 2019 deel aan de regionale stuurgroep op deze nieuwe contractering.

In de beleidsnotitie Jeugd en Maatschappelijke ondersteuning is veel aandacht voor preventieve activiteiten. Hiermee kunnen we inzet van duurdere zorg voorkomen en ook kostenbesparingen in maatwerkvoorzieningen realiseren.

De ontwikkelroutes gericht op preventie zijn:
·Vergroten van opgroeikansen
·Bevorderen gezonde leefstijl van inwoners
·Bevorderen regie woonsituatie van kwetsbare inwoners (beschermd wonen)
·Bevorderen zelfstandig wonen ouderen

Stand van zaken

Zoals in de tweede voortgangsrapportage van 2019 is aangegeven, verliep deze activiteit in 2019 niet geheel volgens plan. Voor jeugd en Wmo lag er een uitvoeringsagenda waarin veel aandacht uitging naar het ontwikkelen van preventieve activiteiten. In de tweede voortgangsrapportage lieten wij u zien dat wij een aantal preventieve activiteiten hebben ingekocht/gesubsidieerd.

Zo hebben we aanvullend op het regionaal ingekochte jeugdhulp aanbod ondersteuning ingekocht voor kinderen en ouders in scheidingssituaties bij “Villa Pinedo”. Ook hebben we voor ouders met jonge kinderen (0-4 jaar) “Pink Cloud” ingekocht. Daarnaast werken diverse huisartsenpraktijken met een POH-GGZ.
De activiteiten uit de uitvoeringsagenda dienen bij te dragen aan de realisatie van deze doelstellingen. Dit geldt ook voor de inzet van preventieve activiteiten. Deze moeten passend zijn en bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen. Met de ontwikkeling van het nieuwe beleidsplan Jeugdwet, Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en Participatiewet 2020-2023 legden we de nadruk op het ontwikkelen van de meetbare beleidsdoelstellingen die aansluiten op de sociale vraagstukken in Zevenaar. Daarbij hebben we een lichte vertraging opgelopen in de ontwikkeling van preventieve activiteiten zoals die waren opgenomen in de eerdere uitvoeringsagenda.

Voorstel raad

Wij stellen u voor om kennis te nemen van de vertraging.

Zorg en veiligheid liggen in de aanpak vaak in elkaars verlengde. Om goede ondersteuning en zorg tot stand te brengen èn te handelen in het belang van de veiligheid en leefbaarheid, moeten (zorg)professionals goed samenwerken met hun veiligheidspartners. Ook is de ontwikkeling van een preventieve aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in samenwerking met de lokale toegang en zorg- en maatschappelijke partners belangrijk.

Stand van zaken

In 2019 is de regioaanpak “Samen Veilig 2019-2022” opgesteld met als doel huiselijk geweld en kindermishandeling verder terug te dringen, vanuit de norm dat geweld nergens thuis hoort. De lokale uitwerking hiervan vindt plaats in het plan “Samen Veilig Zevenaar”.
Daarnaast is er bij Veilig Thuis een toename van het aantal meldingen en adviezen in verband met de verbeterde methode.

Wij zetten in op waardering en ondersteuning van mantelzorgers door het aanbieden van voorzieningen die de zorg van mantelzorgers moeten verlichten. Daarnaast zetten wij in op ondersteuning van de mantelzorger door zijn/haar omgeving: onderwijs, bedrijfsleven, zorginstellingen en verenigingsleven. Hiertoe realiseren wij een expertisecentrum mantelzorg. De bestaande budgetten mantelzorg zijn hiervoor toereikend.

Stand van zaken

In 2019 is verder gewerkt aan het bekend maken van Mantelzorg Zevenaar, het aanbieden van cursussen en trainingen gericht op ondersteuning van mantelzorgers. Daarbij is vooral aandacht besteed aan het zoeken van 'nieuwe' mantelzorgers zoals 'jonge mantelzorgers'.

Wij ondersteunen vrijwilligers. Wij doen dit door maatregelen ter ondersteuning aan te bieden, in het bijzonder voor de vrijwilligersorganisaties die actief zijn en activiteiten organiseren die bijdragen aan de uitvoering van Wmo-taken. Daarnaast onderzoeken wij de mogelijkheid de inzet van de lokale vrijwilligers te erkennen en een blijk van waardering te geven. Dit kan bijvoorbeeld door een vrijwilligersonderscheiding toe te kennen.

Stand van zaken

In 2019 is voor het eerst een vrijwilligersprijs, nieuwe stijl, uitgereikt.

Het beleid is er op gericht om zoveel mogelijk werkzoekenden aan een baan te helpen. Wij richten ons hierbij op de doelgroep: mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt én op het werk fit maken van mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. De Regionale Sociale Dienst (RSD) is de netwerkorganisatie die in nauwe samenwerking met ondernemers, onderwijs en andere overheden (3 O's) invulling geeft aan ons beleid dat gericht is op een inclusieve arbeidsmarkt.

Stand van zaken

Nieuwe opdracht RSD 2018
Via de Bestuursrapportage RSD: 'De Liemerse klant centraler dan ooit' informeert de RSD u over de resultaten en ontwikkelingen op het terrein van de uitvoering van de Participatiewet. De RSD beschrijft in haar rapportage dat het jaar 2019 volledig in het teken heeft gestaan van de implementatie van de door de raden in 2018 gegeven Nieuwe opdracht aan de RSD. Kern van deze opdracht: Investeer in mensen met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt (het werkfit maken van mensen) en transformeer de RSD tot een Netwerkorganisatie voor Werk en Participatie voor ondernemers, onderwijs en overheid.
De rapportage laat zien dat de gemaakte resultaatafspraken (KPI’s) zijn behaald, te weten:
1. De RSD heeft volledig zicht op alle klanten die onder de Participatiewet vallen;
2. 331 klanten, met kans op werk hebben in 2019 een stap voorwaarts gezet richting werk;
3. Gemiddeld 85% Liemerse klanten, met kans op werk, hadden in 2019 een activiteit richting werk;
4. 304 Liemerse klanten zijn uitgestroomd richting werk (Zevenaar: 151 personen);
5. 80% van de uitstoom naar werk is duurzaam (de klant doet binnen een jaar niet opnieuw een beroep op een uitkering van de RSD);
6. Er is gewerkt binnen de bestaande financiële middelen.  

De Bestuursrapportage RSD 2019 laat verder zien dat de “interventie” (= aanbevelingen BDO-rapport en bijbehorend door de RSD opgesteld Implementatie-/Verbeterplan in 2019) een positieve bijdrage heeft geleverd aan de resultaatgerichtheid en de externe positionering van de RSD.

Aanvraag Vangnetuitkering 2019  gemeente Zevenaar
In de raadsvergadering van 18 december 2019 heeft u ingestemd met de genomen maatregelen van het college om het tekort op het bijstandsbudget in 2019 terug te
dringen en een aanvraag Vangnetuitkering in te dienen bij het ministerie van SZW.

Met de agenda Economie en Participatie willen wij kansen op de arbeidsmarkt voor inwoners stimuleren door te investeren in een stevigere verbinding tussen onderwijs, ondernemers en overheid. Hiervoor versterken wij het accounthouderschap, investeren wij in scholing, ontwikkelen wij leerwerkcentra, werken wij aan sociale impact en benutten wij de grensregio, samen met de ons omringende gemeenten, het onderwijs, ondernemers en andere overheden.

Stand van zaken

In 2019 hebben wij een aantal druk bezochte bijeenkomsten ter voorbereiding van de oprichting van Liemerse ambassade georganiseerd in nauwe samenwerking met onderwijspartners, overheidspartners en ondernemers. Circa zeventig ondernemers, onderwijspartijen en overheden hebben gezamenlijk gewerkt aan een ontwerp van Liemerse ambassade.

We zetten ons er voor in dat statushouders zo snel mogelijk kunnen beginnen met integreren en participeren. We doen dat samen met inwoners en maatschappelijke organisaties in onze gemeente. Integratie en participatie starten direct bij de huisvesting van de statushouder in onze gemeente.  

Stand van zaken

Begin 2019 zagen wij een beperkte doorstroom van statushouders voor huisvesting in onze gemeente. In de loop van het jaar zijn er meerdere statushouders gekoppeld waarvoor de woningcorporaties passende huisvesting hebben gevonden. Dit heeft ertoe geleid dat wij de taakstelling voor huisvesting van statushouders in 2019, inclusief de opgelopen achterstand vanuit 2018, hebben gerealiseerd.
Daarnaast zijn wij in 2019 begonnen met de voorbereiding op de nieuwe Wet Inburgering. Aanpassingen van het inburgeringsstelsel moeten ervoor gaan zorgen dat gemeenten betere mogelijkheden krijgen om zoveel mogelijk nieuwkomers zo snel mogelijk aan het werk en op het vereiste taalniveau te krijgen. De gemeente krijgt hierin de regierol en wordt onder andere weer verantwoordelijk voor het inburgeringsonderwijs. De nieuwe wet gaat volgens de huidige planning in per 1 juli 2021.

Het gemeentelijk minimabeleid is gericht op het voorkomen en bestrijden van armoede en schulden. Schuldhulpverlening wordt laagdrempelig aangeboden. Inkomensondersteuning is er voor onze inwoners die voor langere tijd zijn aangewezen op een laag inkomen. Onze inkomensondersteuning is er op gericht om onze inwoners te laten participeren in de samenleving. De beste weg uit armoede is werk. Extra zorg en aandacht gaat in ons beleid uit naar chronisch zieken, kinderen en ouderen.

Stand van zaken

De nieuwe beleidsnota armoede en schuldhulpverlening is begin 2019 vastgesteld. Met onze maatschappelijke partners hebben wij de uitvoering opgepakt. In 2019 zijn wij onder andere gestart met de pilot Schuldenvrij en de pilot Bewindvoering-Budgetbeheer.

In 2019 hebben wij voor de uitvoering van het minimabeleid een tekort van € 55.000. Echter, een deel van de kosten van het minimabeleid hebben wij in 2019 elders uit kunnen bekostigen waaronder uit incidentele middelen vanuit het rijk ten behoeve van preventie armoede. Met name bij de bijzondere bijstaand zien wij in 2019 een stijging in het aantal aanvragen van inwoners en daarmee in de kosten ten opzichte van voorgaande jaren. In de jaarrekening van 2018 was de stijging in de kosten al zichtbaar. In 2019 zien we echter dat deze stijging blijft doorzetten. We denken dat dit komt doordat minimaregelingen meer bekend zijn. Dit is ook een belangrijke doelstelling van de beleidsnota armoede en schulden. Het afgelopen jaar zijn er via netwerkpartners en naar aanleiding van de nota diverse artikelen in de media verschenen. Daarnaast zijn er bij een aantal verenigingen presentaties gehouden door gebiedsconsulenten (inkomensondersteuners) over de verschillende minimaregelingen. De pilot Schuldenvrij heeft indirect gevolgen voor de kosten van het minimabeleid doordat meer inwoners met schulden in beeld komen en meer inwoners door verwezen worden naar voorzieningen van het minimabeleid. Dit verklaart ook een deel van de stijging van de kosten. Ook de Regionale Sociale Dienst de Liemers (RSD) maakt inwoners met een uitkering meer attent op de mogelijkheid van het gebruik van minimaregelingen. Door deze (media-)aandacht en de intensievere samenwerking tussen maatschappelijke partners is de bekendheid en daarmee het bereik van minimaregelingen groter geworden.
Verder moet worden opgemerkt dat een deel van de activiteiten zoals opgenomen in de beleidsnota nog uitgevoerd moeten worden. Ook deze activiteiten leiden tot een (verdere) stijging van de kosten in 2020. De in 2019 vastgestelde bezuinigingen op het minimabeleid (onder andere op de bijzondere bijstand) heffen dit tekort in 2020 niet op.  

Voorstel raad

Wij stellen voor deze activiteit af te sluiten. De activiteit is vanaf 2020 uitgesplitst in armoede en schuldhulpverlening en opgenomen onder activiteiten 6.3.6 tot en met 6.3.9

MGR Sociaal domein Centraal-Gelderland

Regionale samenwerking in het sociaal domein moet leiden tot kwalitatief goede en efficiënte dienstverlening aan de inwoners van de 11 gemeenten. Daarbij is het lokale beleid leidend. De MGR is van en voor de samenwerkende gemeenten.

De doelstelling van de MGR verschilt per module. Zo willen gemeenten samenwerken binnen de inkoop van het sociaal domein:

• Samen sterker staan in de transformatie van het sociaal domein;
• Samenwerking moet leiden tot verhoging van de kwaliteit van zorg, efficiency in de uitvoering van taken, lastendrukverlaging bij aanbieders door eenduidige uitvoering en versnelling van de transformatie door bundeling van kennis en inkoopkracht.

Samenwerking bij Onderwijszaken is gericht op:

• Op eenduidige wijze uitvoeren van de Leerplichtwet;
• Uitvoering geven aan de regionale RMC-taak (regionale meld- en coördinatiefunctie) op het gebied van voortijdig schoolverlaten;

Vanuit de module Onderwijszaken wordt samengewerkt met scholen, samenwerkingsverbanden passend onderwijs, sociale wijkteams, jeugdzorg en het Openbaar Ministerie met als doel de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren te optimaliseren.

Samenwerking bij het WSP heeft als slogan: ‘samen werken aan werk’.

• Er is sprake van een regionale arbeidsmarkt die voorbij de grenzen van gemeenten gaat;
• Het vanuit één servicepunt samen met UWV benaderen van werkgevers en het matchen zodat er werkplekken ontstaan voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, levert voor inwoners van gemeenten nieuwe kansen op om hun inkomenspositie en leefomstandigheden te verbeteren.

Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem-Nijmegen (DRAN)

De vervoersorganisatie is ingesteld ter gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de deelnemers met betrekking tot het tot stand brengen, ontwikkelen en in stand houden van een kwalitatief hoogwaardig, herkenbaar, efficiënt en eenvoudig te gebruiken doelgroepenvervoer. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van reizigers en hun sociale netwerk en wordt erop toegezien dat het aanvullend vervoer ook in het buitengebied en de kleine kernen voldoende gewaarborgd is en dat het vervoer een optimale aansluiting heeft op het openbaar-vervoer-netwerk.