Jaarstukken 2019
portal

Financiën

Resultaat

Analyse per programma

Inleiding

Exploitatie (bedragen x € 1.000)

Primitieve begroting

Na wijziging

Realisatie

Verschil

0.

Bestuur en ondersteuning

57.504

59.738

62.121

2.382

1.

Veiligheid

-2.695

-2.954

-2.977

-22

2.

Verkeer, vervoer en waterstaat

-4.295

-4.698

-4.917

-219

3.

Economie

134

2.215

2.848

634

4.

Onderwijs

-5.001

-4.360

-4.117

243

5.

Sport, cultuur en recreatie

-6.963

-7.326

-7.362

-36

6.

Sociaal domein

-36.963

-44.551

-45.194

-643

7.

Volksgezondheid en milieu

-1.018

-1.169

-1.507

-338

8.

Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

-268

1.783

1.772

-11

Resultaat 2019

434

-1.322

667

1.989

De gepresenteerde raming na wijziging van - € 1.322.000 sluit niet aan bij het gepresenteerde saldo in de 2e Voortgangsrapportage. In de 2e VGR werd een saldo gepresenteerd van - € 5.676.000. Het verschil wordt veroorzaakt door enkele bezuinigingen die zijn vastgesteld in de begroting 2020-2023. Deze hadden ook voor 2019 financiële gevolgen.
De belangrijkste twee bezuinigingen betroffen de P+R Spoorallee van € 2.615.000 en € 1.500.000 voor uitbreiding woningbouw Groot Holthuizen.

Toelichting per programma

0.

Bestuur en ondersteuning

150.000

V

I

0.1 Bestuur - Herindeling
Een voordeel van € 150.000 houdt verband met de ARHI-bedragen die de gemeente ontvangt voor de uitgaven van het herindelingsproces. Het project herindeling is eind 2019 financieel afgesloten, alle uitgaven zijn gedaan. Wij melden enkele meevallers op de projectbegroting, zoals lagere kosten van de projectgroep, werkgroepen, organisatiekosten en communicatie.

22.000

V

I

0.1 Bestuur - rekenkamercommissie
De raming voor het budget voor de rekenkamercommissie is gebaseerd op 1 euro per inwoner. In 2019 is er één rekenkameronderzoek uitgevoerd, met als onderwerp de verzelfstandiging van het sportbedrijf. Het restantbudget valt vrij.

-511.000

N

I

0.1 Bestuur - toevoeging pensioenvoorziening
Voor de huidige en voormalige wethouders van de (voormalige) gemeente Zevenaar en de voormalige gemeente Rijnwaarden die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, is een voorziening gevormd. Eén van de grondslagen die gehanteerd wordt bij de berekening van het benodigd doelvermogen van de pensioenvoorziening is de zogenaamde rekenrente, welke gebaseerd is op de marktrente. Conform de begroting is in 2019 € 100.000 toegevoegd aan de voorziening. Op basis van nieuwe actuariële berekeningen bleek een extra toevoeging aan de voorziening nodig van € 511.000. Als gevolg van de extreem lage rekenrente, meer dan 1% verlaging t.o.v. 2018, is nu een fors hogere toevoeging noodzakelijk om het doelvermogen op peil te houden.

450.000

V

I

0.1 Bestuur - voormalige gemeente Rijnwaarden bijdrage
Door een andere werkwijze bij de voormalige gemeente Rijnwaarden is een bedrag van € 450.000 aan herindelingskosten als last in de jaarstukken 2017 verwerkt. Dit bedrag is in 2017 ten laste van de Algemene Reserve van Rijnwaarden gebracht. Als dit bedrag van het Ministerie was ontvangen was het saldo van de jaarstukken 2017 van de gemeente Rijnwaarden € 450.000 hoger geweest en dus ook de Algemene Reserve. Nu komt dit voordeel bij de definitieve afrekening van de ARHI gelden tot uiting in deze jaarstukken van de gemeente Zevenaar waardoor eenmalig een voordeel ontstaat van € 450.000.

-1.322.000

N

I

0.11 Resultaat van de rekening
Het begrote resultaat na wijziging komt binnen dit programma als een nadelig verschil naar voren.

-175.000

N

I

0.2 Burgerzaken - leges paspoorten en rijbewijzen
In 2019 zijn minder identiteitsbewijzen en rijbewijzen aan onze inwoners verstrekt. De paspoorten en ID-kaarten zijn nu 10 jaar geldig, en niet meer zoals voorheen, 5 jaar.

88.000

V

I

0.3 Beheer overige gebouwen en gronden - Exploitatie HAL12
De uitgaven m.b.t. de "gealloceerde middelen Hal12", conform raadsbesluit d.d. 04-07-2018, vertonen in 2019 een overschrijding van € 79.000 Hier staat echter ook een niet begrote onttrekking uit de Algemene reserve tegenover van € 52.000. Een en ander conform datzelfde raadsbesluit. Per saldo is er op dat punt een overschrijding van kosten van € 27.000 wat hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door externe vergaderkosten van de raad omdat de vergaderzaal enige tijd niet beschikbaar was. Ook zijn er meer kosten van advisering uitgegeven voor de totstandkoming van onder meer huurovereenkomsten, de juridische borging van de Wet Markt en Overheid en de bouwbegeleiding.
Omdat de exploitatie van de Turmac Cultuur fabriek nog niet volledig was gestart in 2019 is van het resterende budget nog € 167.000 over. Per saldo is er een overschot van € 88.000.

-32.000

N

I

0.4 Overhead - bijdrage aan SDL voor team Inkoop
Nadeel betreft de afrekening van de RID inzake team inkoop. Er is extra capaciteit ingezet vanwege een fors beroep dat is gedaan op de capaciteit van inkoop. Voldoen aan de Europese aanbestedingsregels blijft aandachtspunt.

-39.000

N

I

0.4 Overhead - informatisering & automatisering
Het nadeel op I&A van € 39.000 heeft betrekking op hogere softwarelasten. In 2019 hebben we de volledige kosten van de gebruikerslicenties van Microsoft Office verantwoord.

1.650.000

V

I

0.4 Overhead - interne doorbelastingen
Een voordelig bedrag van € 1.650.000 wordt verklaard door interne doorbelastingen van salarissen. Op andere programma's in deze jaarrekening leiden de doorbelastingen tot nadelige verschillen. Per saldo in de jaarrekening hebben de doorbelastingen financieel geen effect.

66.000

V

I

0.4 Overhead - juridisch advies
Het budget voor rechtskundig advies was in de voorliggende jaren structureel te laag om te kunnen voldoen aan de huidige behoefte aan rechtskundig en ander deskundig advies. Voor 2019 is er incidenteel € 65.000 extra geraamd. Afgelopen jaar hebben we kosten toegerekend aan de projecten waarvoor de kosten zijn gemaakt. Dit heeft gezorgd voor een besparing op dit budget. Het gaat hierbij onder andere om de advisering ten aanzien van de Turmac Cultuurfabriek, Platanenlaan en een aantal ruimtelijke projecten.

-16.000

N

I

0.4 Overhead - opleidingsbudgetten
De budgetten voor opleidingen, teambuilding en de Zevenaar Academie zijn in 2019 volledig ingezet en in de volle breedte benut. Naast de noodzakelijk kennis- en vakopleidingen, verplichte cursussen en persoonlijke ontwikkeling van medewerkers is ingezet op onder meer trainingen planmatig & projectmatig werken, cursussen vitaliteit, training helder schrijven en een traject voor alle medewerkers rondom Hostmanship. Uiteindelijk verantwoorden we een nadeel van € 16.000, zijnde 4% van het totale budget.

-38.000

N

I

0.5 Treasury - rentelasten.
De verschillen in rentelasten lichten wij centraal toe bij het onderdeel resultaat, analyse van rente en afschrijving.

317.000

V

I

0.61 OZB Woningen / 0.62 OZB -niet woningen
Het voordeel op de OZB houdt verband met de effecten van de actualisatie van herwaardering 2019 en areaalontwikkeling, zowel bij woningen als bedrijfspanden.

-68.000

N

I

0.63 Parkeerbelasting
De opbrengsten van de parkeerbelasting zijn in totaal € 68.000 lager dan begroot. De lagere opbrengst wordt o.a. veroorzaakt doordat er tijdens de vervanging van de parkeerautomaten niet betaald en gehandhaafd is. Na plaatsing parkeerautomaten is er de eerste twee weken ook nauwelijks gehandhaafd i.v.m. coulance. Ook door de schaatsbaan op het Kermisterrein zijn minder opbrengsten ontvangen.

-116.000

N

S

0.64 Belastingen overige - Precariobelasting
Minder strekkende meters kabels en leidingen in de gemeentegrond leiden tot een nadeel.

612.000

V

I

0.7 - Algemene uitkering
In de 2e Voortgangsrapportage 2019 werd de Algemene uitkering uit het gemeentefonds aan onze gemeente geraamd op € 66.472.000. Op basis van de verschenen decembercirculaire heeft de uitkering uiteindelijk € 67.129.000 bedragen. Dat is een positief verschil van € 657.000. Dit verschil kan als volgt worden uitgesplitst.
Accres                                                                                                                   344.000   N
Ontwikkeling uitkeringsbasis                                                                              372.000   N
Hoeveelheidsverschillen                                                                                     1.095.000   V
Klimaatmiddelen                                                                                                     247.000   V
Participatie                                                                                                       28.000   V
Diverse kleine verschillen                                                                                           3.000   V
                                                                                                                              -------------
Totaal Accres                                                                                                      657.000   V
Aanpassen raming in de 2e Voortgangsrapportage 2019                                             45.000  N
                                                                                                                              -------------
Totaal                                                                                                                       612.000 V

Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. Deze doorwerking wordt het accres genoemd. Het negatief effect ten opzichte van de verwachtingen in het begin van het jaar ontstaat door lagere rijksuitgaven in 2019 op het gebied van infrastructuur en defensie. Daarnaast zijn de rijksuitgaven dat jaar ook gedaald als gevolg van het zgn. pensioenakkoord.
Ontwikkeling uitkeringsbasis.
Hiervan is sprake als de landelijke aantallen van de verschillende maatstaven in de Algemene uitkering wijzigen. Omdat het bedrag van het gemeentefonds wettelijk vastligt, wordt de uitkering aan een individuele gemeente gecorrigeerd door een aanpassing van de uitkeringsfactor. In 2019 hebben omvangrijke wijzigingen plaatsgevonden bij een aantal maatstaven, met name betreffende het medicijngebruik. Hierdoor is de uitkering voor de bedoelde maatstaven gestegen, maar daalt de uitkeringsfactor fors.
Hoeveelheidsverschillen.
Door het samenvoegen van de afzonderlijke uitkering ten behoeve van het sociaal domein met de Algemene uitkering uit het gemeentefonds is het aantal maatstaven waarop de berekening van de Algemene uitkering is gebaseerd in 2019 aanzienlijk toegenomen. Een aantal van deze maatstaven was aan het begin van het jaar nog niet goed te berekenen of te voorspellen. Dit leidt ertoe dat in de loop van het jaar veel aanpassingen moesten worden doorgevoerd. De belangrijkste wijzigingen doen zich vooral voor als gevolg van stijgingen bij de maatstaven die verband houden met het inkomen en het medicijngebruik. Hierbij gaat het o.a. om:
- het aantal huishoudens met een laag inkomen;
- het gemiddeld inkomen in huishoudens met kinderen;
- het gemiddeld inkomen in huishoudens, ouder dan 75 jaar;
- het aantal uitkeringsgerechtigden;
- het aantal personen met loonkostensubsidie;
- het aantal personen dat gebruik maakt van medicijnen voor chronische aandoeningen;
- het aantal ouders met langdurig psychisch medicijngebruik.
Klimaatmiddelen.
In het Klimaatakkoord van juni 2019 is afgesproken dat het Rijk € 150 miljoen ter beschikking stelt aan gemeenten ten behoeve van het realiseren van Regionale Energie Strategieën en ter ondersteuning van gemeenten bij de Transitievisies Warmte.
Participatie.
In de meicirculaire was abusievelijk te weinig loon- en prijsbijstelling toegekend aan het onderdeel Participatie. In overleg met de VNG is besloten de foutieve toedeling te corrigeren.
In de 2e Voortgangsrapportage 2019 was een foutief bedrag in de begrotingswijziging opgenomen. Hierdoor ontstaat in de jaarrekening alsnog een verschil van € 45.000.

40.000

V

I

0.8 Overige baten en lasten - Afschrijvingen
De verschillen in afschrijvingslasten lichten wij centraal toe bij het onderdeel resultaat, analyse van rente en afschrijving.

-63.000

N

I

0.8 Overige baten en lasten - algemene baten & lasten
Op algemene baten en lasten wordt per saldo een nadeel verantwoord van € 63.000. De voornaamste verklaring is een suppletie-aangifte BCF en een naheffing omzetbelasting, beide over het belastingjaar 2017.

52.000

V

I

0.8 Overige baten en lasten - onvoorzien
De raming voor onvoorziene uitgaven is voor € 35.000 ingezet voor de tussenfase governance HAL12 en voor € 40.000 ten behoeve van het afwikkelen van een schadeclaim. Het overige budget van € 51.500 valt als voordelig verschil vrij in de jaarrekening.

-7.000

N

I

Overige verschillen

1.

Veiligheid

-22.000

N

I

Programma 1 komt in de jaarrekening 2019 uit op een financieel nadeel van totaal € 22.000. Dit bedrag bestaat uit enkele kleine verschillen welke niet nader toegelicht worden.

2.

Verkeer, vervoer en waterstaat

-220.000

N

I

2. Verkeer en vervoer - Doorbelastingen
Op het programma verkeer en vervoer en waterstaat is in 2019 een nadeel van € 220.000 gerealiseerd ten opzichte van de begroting op interne doorbelastingen en salarissen. Wij lichten dit integraal toe in het resultaat analyse personeelslasten.

-60.000

N

I

2. Verkeer en vervoer - Kapitaallasten
Op het programma verkeer, vervoer en waterstaat is in 2019 ten opzichte van de begroting een nadeel gerealiseerd van € 60.000. In de resultaatanalyse rente en afschrijving lichten wij u de verschillen integraal toe.

-13.000

N

I

2.1. Verkeer en vervoer - Gladheidsbestrijding
Het nadeel van € 13.000 wordt voornamelijk verklaard door een hogere doorbelasting vanuit de Reinigingsdienst de Liemers. Daarnaast zijn er iets meer kosten gemaakt voor de aanschaf en huur van materiaal.

-14.000

N

I

2.1. Verkeer en Vervoer - Parkeren
De onderhoudskosten zijn met € 9.000 overschreden door twee grote onderhoudsposten; vervanging bekabeling en onderhoud lift. Daarnaast is in 2019 is € 15.000 meer uitgegeven aan onderhoud van de centrumafsluiting. Het betreft niet begroot onderhoud o.a. door schades. Echter zitten er per saldo ook wat diverse voordelen op parkeren van € 10.000.

54.000

V

I

2.1. Verkeer en vervoer - Wegen
Er is een nadeel van € 15.000 op advieskosten gerealiseerd, wat te maken heeft met resterende kosten uit 2018 voor het actualiseren van de wegenlegger. Er is een incidenteel voordeel behaald van € 76.000 op de huur van goederen en diensten. Dit komt voornamelijk door een focus op het achterstallig onderhoud aan de wegen. Verder zijn er kleine afwijkingen die samen een nadeel van € 7.000 opleveren.

34.000

V

I

0.10 Mutaties reserves -
Hogere afschrijvingslasten voor de plankosten en voorbereiding A15/A12

3.

Economie

-28.000

N

I

3. Programma Economie - personeelslasten.
Op het programma Economie is in 2019 een nadeel van € 28.000 gerealiseerd ten opzichte van de begroting op personeelslasten. Het betreft hierbij zowel salarissen van eigen personeel als kosten wegens inhuur van personeel. Wij lichten dit integraal toe in de resultaat analyse personeelslasten.

-3.250

N

I

3. Programma Economie.
Diverse kleine verschillen.

-30.000

N

I

3.1 Economische ontwikkeling - Huur oude gemeentehuis
In de oorspronkelijke begroting 2019 was rekening gehouden met structurele uitgaven voor huur van het oude gemeentehuis aan het Raadhuisplein (ruimte ten behoeve van de marktmeester). Omdat de realisatie van het gebouw vertraging heeft opgelopen, waren in 2019 geen huurkosten verschuldigd. Dit hebben we al in de 2e Voortgangsrapportage onderkend, maar hierbij is helaas een cijfermatige fout gemaakt, waardoor in de jaarrekening op deze post een nadeel blijkt.

763.000

V

I

3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur - Grondexploitatie Zevenaar-Oost Bedrijven.
Ten behoeve van de jaarlijkse herziening van de grondexploitaties heeft een integrale doorrekening plaatsgevonden. Een en ander op basis van actuele marktontwikkelingen en een uitgangspuntennotitie die op 31 maart 2020 door ons is vastgesteld. Deze jaarlijkse herziening is vervat in de uitvoeringsrapportage grondexploitaties 2019. In deze uitvoeringsrapportage is het verwachte resultaat voor Zevenaar Oost Bedrijven becijferd op € 3.057.000, op basis van netto contante waarde per 1 januari 2020. Ten opzichte van de situatie in de 2e Voortgangsrapportage 2019 is dit een verbetering van het resultaat van € 763.000 waarmee de al gevormde verliesvoorziening kan komen vrij te vallen. Voor deze verbetering kunnen de volgende oorzaken worden aangewezen:

1. De in de grondexploitatie geraamde erfpachtgronden van de kavel van 19 hectare dienen te worden verantwoord in de Algemene dienst, een en ander op basis van BBV richtlijnen. Dit levert voor de GREX een nadeel op. Tegelijkertijd ontstaat een rentevoordeel doordat de erfpachtgronden ook als levering worden aangemerkt waardoor een aanzienlijk rentevoordeel ontstaat. Bovendien was een deel van de kavel als openbare ruimte aangemerkt maar deze is als uitgeefbare grond uitgegeven. Per saldo is er daardoor een voordeel van € 546.000.

2. Ten behoeve van de projectorganisatie is een jaar geleden een risico gekwantificeerd wegens een tekort op VTU (Voorbereiding, Toezicht en Uitvoering) en plankosten. Dit risico is nu in de GREX vertaald door een extra budget voor de resterende looptijd van de GREX op te nemen van € 534.000.

3. De raming voor civieltechnische werken is opnieuw doorgerekend voor de deelGREX 7Poort. Dit resulteert in een voordeel van € 594.000.

4. Voor beheerskosten (w.o. gemeentelijke belastingen) diende het budget met € 42.000 te worden verhoogd.

5. Er heeft een prijspeilcorrectie plaatsgevonden om de budgetten te actualiseren op het huidige prijsniveau. Afgezet tegen toekomstige inflatieverschillen leverde dit een voordeel op van € 26.000.

6. De rente-effecten op de diverse deelGREXEN Bedrijven bedragen € 173.000 voordelig, onder meer door een lagere rentevoet (1,93% in plaats van 2,28%) en verschillen in looptijd.

-68.000

N

I

3.4 Economische promotie - Toeristenbelasting
Bij de herindeling zijn bij de 1+1 begroting 2018 inkomsten betreffende Toeristenbelasting bijgeraamd welke niet gehaald zijn. Het gaat om afrekeningen uit 2017 en 2018. Daarnaast is de raming over 2019 te hoog. Het totale nadeel bedraagt € 68.000.

4.

Onderwijs

81.000

V

I

4. Onderwijs - Kapitaallasten
Op het programma Onderwijs is in 2019 ten opzichte van de begroting een voordeel gerealiseerd van € 81.000. In de jaarrekening wordt onder resultaat een analyse van de rente en afschrijving opgenomen en toegelicht. Aangezien het allemaal verschillen op de onderwijsactiva betreffen van kleiner dan € 50.000 valt dit resultaat onder overige kleine verschillen.

49.000

V

I

4. Programma Onderwijs
De overige diverse kleine verschillen (€ 6.000) worden niet nader toegelicht.
Daarnaast is het voordeel veroorzaakt door een lagere doorbelasting (€ 43.000) van de kosten van het 'Kulturhus Brede Blik' (programma 5), die voornamelijk betrekking hebben op de lagere kapitaallasten van het Kulturhus. In de jaarrekening wordt onder resultaat een analyse van de rente en afschrijving opgenomen en toegelicht. Aangezien het hier een verschil betreft van kleiner dan € 50.000 valt dit resultaat onder overige kleine verschillen.

-26.000

N

S

4.2 Onderwijshuisvesting - Primair onderwijs
De onroerendezaakbelastingen (ozb) voor niet-woningen, hier vallen de onderwijsaccommodaties onder, is verhoogd met gemiddeld 16%. In de raming 2019 is hier geen rekening mee gehouden. De structurele effecten voor 2020 en verdere jaren zijn meegenomen in de 1e voortgangsrapportage 2020.

114.000

V

I

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken - Leerlingenvervoer
De kosten voor het doelgroepenvervoer, ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling BVO DRAN voor het onderdeel leerlingenvervoer, en het vervoer in natura zijn beduidend lager. Voor de kosten van de gemeenschappelijke regeling, voor het vervoer in het kader van de WMO, jeugdzorg en begeleiding, wordt verwezen naar de verschillenanalyse onder programma 6 'Sociaal Domein'.

25.000

V

I

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken - Lokaal onderwijsbeleid/Onderwijsbegeleiding
In 2019 is door de organisaties/schoolbesturen minder subsidie aangevraagd. Dit geldt voor alle 'deelbudgetten' (onderwijsachterstandsbeleid, onderwijsbegeleiding, educatie en schoollogopedie).

5.

Sport, cultuur en recreatie

-65.000

N

I

5. Sport, cultuur en recreatie - Kapitaallasten
Op het programma Sport, cultuur en recreatie is in 2019 ten opzichte van de begroting een nadeel gerealiseerd van € 65.000. In de jaarrekening wordt onder resultaat een analyse van de rente en afschrijving opgenomen en toegelicht.

-118.000

N

I

5. Sport, cultuur en recreatie - Personeelslasten
Op het programma Sport, cultuur en recreatie is in 2019 een nadeel van € 118.000 gerealiseerd ten opzichte van de begroting op personeelslasten. Het betreft hierbij zowel salarissen van eigen personeel als kosten wegens inhuur van personeel. Wij lichten dit integraal toe in de jaarrekening onder resultaat en analyse personeelslasten.

-51.000

N

I

5. Sport, cultuur en recreatie
Diverse kleine verschillen.

33.000

V

I

5.1 Sportbeleid en activering - Combinatiefuncties
Vanwege de fusie van de gemeente Zevenaar en de gemeente Rijnwaarden hebben we de mogelijkheid gekregen om de formatie combinatiefunctionarissen van 6,0 FTE uit te breiden naar 7,3 FTE. Deze integratie heeft ertoe geleid dat er nieuwe ideeën, zienswijzen en ontwikkelingsmogelijkheden voor de inzet van de combinatiefunctionarissen zijn ontstaan. Ook worden de mogelijkheden onderzocht om het werkgeverschap van de combinatiefunctionarissen anders te beleggen c.q. te regelen. Vanwege deze ontwikkelingen is het voor 2019 niet haalbaar geweest om de volledige formatie in te vullen.

135.000

V

I

5.2 Sportaccommodaties - Sportbedrijf
Aan de subsidieverlening aan Ataro B.V. is een beheer-/exploitatieovereenkomst gekoppeld (d.d. 18 juli 2016). Volgens artikel 13 lid 6c van deze overeenkomst is het mogelijk een algemene bedrijfsreserve (egalisatie reserve) van maximaal 10% van de totale jaarlijkse exploitatielast te realiseren. Vanwege de overschrijding van deze 10% is besloten om de teveel betaalde subsidie terug te vorderen.

30.000

V

I

5.7 Openbaar groen en (openlucht)recreatie - Openbaar Groen
Op openbaar groen is een voordeel behaald van € 30.000 in 2019. Enkele van de uitbestede groenbestekken en de inhuur van groenploegen zijn in 2019 goedkoper uitgevallen. Dit is incidenteel, want de marktprijzen blijven oplopen. De bestrijding van de eikenprocessierups heeft echter geresulteerd in een financieel nadeel. Dit is structureel van aard, wij komen in de kadernota 2021 met een voorstel om hiervoor structureel budget aan te vragen.

6.

Sociaal domein

41.000

V

I

6.1 Kinderopvang - Inspecties kinderopvang
Er hoeft n.a.v. de uitgevoerde inspecties nauwelijks te worden gehandhaafd. Hierdoor zijn er geen uitgaven voor bijvoorbeeld kostbare onderzoeken en juridische procedures.

-65.000

N

I

6.1 Maatschappelijke dienstverlening - Mantelzorg
De kosten voor Mantelzorg zijn in het jaar 2019 overschreven met € 65.000. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door het boeken van kosten uit 2018 in 2019. Hiermee is bij het opstellen van de jaarrekening 2018 geen rekening gehouden. Het gaat specifiek om kosten in het kader van De Stad In! bonnen en het mantelzorgcompliment.

158.000

V

I

6.1 Participatie - Re-integratie
Een deel van het voordeel heeft betrekking op het in 2018 verstrekte voorschot aan de RSD t.b.v. de pilot met het UWV. De middelen zijn niet ingezet en in 2019 door de RSD terugbetaald.
Het voordeel is verder ontstaan door:
- er nog geen invulling van de doelgroep 'Beschut Werk' heeft plaatsgevonden;
- de kosten van de procedure voor het aanvragen van de 'Vangnetuitkering 2019' ten laste van het P-budget van de RSD zijn gebracht;
- er geen extra uitstroompremies verschuldigd zijn;
- geen extra kosten i.v.m. inhuur ten laste van het P-budget zijn gebracht.

73.000

V

S

6.1, 6.2, 6.3, 6.6, 6.71 en 6.72 Bijdrage gemeenschappelijke regeling SDL - Bijdrage Exploitatielasten RSD
De afrekening 2019 van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Liemers (SDL) met betrekking tot de exploitatiekosten (inclusief dienstverleningsovereenkomst) van de RSD is lager dan geraamd.

-163.000

N

S

6.1, 6.6 en 6.72 - Collectief vervoer (BVO Dran)
In 2019 zijn over de jaren 2016 tot en met 2019 definitieve afrekeningen ontvangen. Deze afrekeningen hebben geleid tot een nadeel van € 32.000. Dit nadeel is voor een groot deel ontstaan door afwikkeling van een claim van een van de vervoerders van de BVO DRAN. De voorlopige jaarcijfers van de BVO DRAN laten (na correctie van BTW) een voordeel zien van € 39.000. In onze begroting was rekening gehouden met een voordeel van € 56.000, waardoor ten opzichte van onze begroting een nadeel is ontstaan van € 17.000. Samen met de afrekeningen 2016 tot en met 2018 (€ 32.000) bedraagt het nadeel € 49.000.

Vanwege de vele afrekeningen is een goede vergelijking met de afzonderlijke begrotingsposten van vervoersstromen niet goed mogelijk. Het totale nadeel van € 49.000 komt tot uitdrukking in een nadeel op dit programma van € 163.000 en een voordeel op programma 4 bij leerlingenvervoer van € 114.000. De ontwikkelingen in de vervoersstromen kan het beste weergegeven worden ten opzichte van 2018. Het aantal ritten leerlingenvervoer en dagbesteding Wmo zijn in 2019 afgenomen met 5%, terwijl het collectieve Wmo-vervoer en het Jeugdwetvervoer zijn toegenomen met 9 respectievelijk 53%.

-415.000

N

I

6.2 Wijkteams - uitvoeringskosten.
In 2019 zijn de uitvoeringskosten overschreden. Dit wordt met name veroorzaakt door de extra werkzaamheden waarop moest worden ingezet. Hierdoor laten de intern doorbelaste salariskosten een forse overschrijding zien. De analyse op de totale salarislasten lichten wij toe in de analyse personeelslasten.

-58.000

N

S

6.3 Minimabeleid - bijzondere bijstand/participatie arme kinderen
Door de stijging van het aantal aanvragen zijn de uitgaven voor o.a. bijzondere bijstand-minimabeleid en participatie arme kinderen in 2019 toegenomen ten opzichte van 2018.

89.000

V

S

6.4 Sociale werkvoorziening - Bijdrage Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) Sociaal Domein-WgSW
Het voordeel voor de module WgSW wordt veroorzaakt door:
 - Hogere uitstoom van mensen dan begroot;
 - het aantal SW-dienstverbanden vanuit buitengemeenten wordt minder snel afgebouwd dan verwacht. Hierdoor zijn de baten voor de MGR ook hoger.
Module 8:
De uitstroom in de doelgroep van mensen met loonwaarde < 25% heeft tot lagere lasten geleid (aantal personen per 1-1-2019: 30; aantal personen per 31-12-2019: 26).

-35.000

N

I

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+  Wmo Begeleiding en Hulp bij het Huishouden
De kosten voor de Wmo begeleiding (BG) en Hulp bij het Huishouden (HbH) laten een geringe afwijking zien ten opzichte van de geraamde uitgaven. Wel zijn de effecten van het invoeren van het abonnementstarief duidelijk merkbaar. Deze zorgen samen met een vergrijzing van de samenleving tot een toename van de uitgaven.

-145.000

N

I

6.72, 6.81 en 6.82 Jeugdzorg
De totale kosten voor Jeugdzorg die direct door de zorgleveranciers wordt gefactureerd is dit jaar binnen de (opgehoogde) raming gebleven. De totale directe zorgkosten bedroegen afgerond € 13.550.000. De verschillende taakvelden die betrekking hebben op Jeugdzorg laten desondanks een overschrijding zien van € 145.000 (1%). De stijging van de uitgaven voor jeugdzorg kunnen (deels) worden verklaard door een afnemende tolerantie van afwijkend gedrag of ontwikkeling. Maar ook de gevolgen van de zogenaamde 'prestatiemaatschappij' leiden tot meer vraag.

-123.000

N

I

Overige diverse verschillen
Een verschil is ontstaan in de interne doorbelastingen en in zeer geringe mate op afschrijving en rente. De overige kleine verschillen worden niet nader toegelicht.

7.

Volksgezondheid en milieu

-19.152

N

I

7. Programma Volksgezondheid en milieu.
Diverse kleine verschillen.

-115.000

N

I

7. Volksgezondheid - Doorbelastingen
Op het programma Volksgezondheid en milieu is in 2019 een nadeel van € 115.000 gerealiseerd ten opzichte van de begroting op interne doorbelastingen en salarissen. Wij lichten dit in de jaarrekening onderdeel resultaat integraal toe in de analyse personeelslasten.

152.000

V

I

7. Volksgezondheid - Kapitaallasten
Op het programma Volksgezondheid en milieu is in 2019 ten opzichte van de begroting een voordeel gerealiseerd van € 152.000 op de kapitaallasten. Dit heeft vooral te maken met uitgestelde investeringen in de riolering. De verschillen in kapitaallasten lichten wij centraal toe bij het onderdeel resultaat, analyse van rente en afschrijving waarbij verschillen in de afschrijvingslasten kleiner dan € 50.000 niet worden toegelicht.

46.000

V

I

7.1 Volksgezondheid - Jeugdgezondheidszorg/project 'Jongeren Op Gezond Gewicht' (JOGG)
De afwikkeling van de vorige JOGG-periode (jongeren op gezond gewicht) met de provincie heeft plaatsgevonden. Het resterende budget wordt niet meer ingezet en hoeft niet meer afgerekend te worden. Voor de nieuwe periode 2019-2021 is in onze begroting een structureel budget beschikbaar.

226.000

V

I

7.2. Volksgezondheid - Riolering
Het voordeel wat behaald is op de exploitatie (m.u.v. kapitaallasten) komt met name door de besparing op onderzoekskosten voor € 120.000. Daarnaast is er voor € 70.000 minder aan klein onderhoud vrijverval riolering en mechanische installaties uitgegeven. Dit komt voornamelijk door de focus op de groot onderhoud projecten en achterstallig onderhoud (zie kredietoverzicht). Er is tevens een besparing gerealiseerd op ICT en beheersystemen voor € 60.000 welke structureel van aard zijn. Dit passen wij aan in de begroting 2021.

Na het toerekenen van extracomptabele kosten als rente, de compensabele BTW en overhead resteert er een voordeel van € 288.000. Dit wordt gestort in de Reserve riolering.

-540.000

N

I

7.3 Volksgezondheid - Afvalverwijdering
In 2019 is de afrekening van de RDL in hetzelfde boekjaar verantwoord, voorheen gebeurde dit in het boekjaar er na. Dit betekent in 2019 een dubbele afrekening, resulterend in een nadeel van € 470.000. Daarnaast hebben inwoners door het nieuwe afvalbeleid minder restafval aangeboden dan vooraf geschat. Vanwege gezakte marktprijzen zijn er ook minder inzamelvergoedingen binnen gekomen. Op de directe kosten in de begroting resulteert dit in een nadeel van € 540.000.
Na het toerekenen van extracomptabele kosten als rente, compensabele BTW en overhead, waar een voordeel op zit van in totaal € 180.000 resulteert op de afvalbegroting een nadeel van € 265.000. Aangezien de reserve afval nihil bedraagt, komt dit nadeel ten laste van het jaarrekeningresultaat in 2019.

-12.000

N

I

7.5. Volksgezondheid - Begraafplaatsen
Doordat er minder begraafrechten zijn geïncasseerd is er een nadeel ontstaan in de begroting. Er is echter bespaard op de materiaalkosten. Dit staat in verband met de in aantal minder zijnde ter aardestelling. Daarnaast is er klein onderhoud gepleegd waar geen rekening meer is gehouden. Per saldo resulteert dit in een nadeel van € 12.000

-76.000

N

I

7. Volksgezondheid - mutaties reserves
Per saldo was een mutatie geraamd van € 43.000 voor toevoeging aan de reserve Afval. Na berekening van de dotatie blijkt door de afrekening met de Reinigingsdienst De Liemers over zowel 2018 en 2019 geen toevoeging aan de reserve.
In 2019 is er per saldo een voordelig resultaat gerealiseerd met betrekking tot het product riolering. Omdat de kosten voor riolering worden gedekt door inkomsten uit heffingen, moet het positieve saldo worden gestort in de bestemmingsreserve Riolering. Op deze manier blijft de door de burgers betaalde heffing beschikbaar voor het beoogde doel. Aangezien ook een deel bij bovenstaande afrekening met de RDL is weergegeven resteert er een bedrag van € 76.000.

8.

Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

-76.000

N

I

8. Programma Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing - personeelslasten.
Op het programma Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing is in 2019 een nadeel van € 76.000 gerealiseerd ten opzichte van de begroting op personeelslasten. Het betreft hierbij zowel salarissen van eigen personeel als kosten wegens inhuur van personeel. Wij lichten dit integraal toe in de jaarrekening onder resultaat bij de analyse van de personeelslasten.

7.211

V

I

8. Programma Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
Diverse kleine posten

651.000

V

I

8.2 Grondexploitatie Middag Oost en Zwanenwaay
Wij hebben de grondexploitatie Middag Oost en Zwanenwaay ook geactualiseerd op basis van de eerder genoemde uitgangspunten en recente ontwikkelingen, wat heeft geleid tot de volgende voordelen:

1. Voor de ontwikkeling van een volgende fase op de Middag Oost konden wij opnieuw een koop-/realisatieovereenkomst met een ontwikkelaar afsluiten. Het gaat hierbij om 17 nieuwbouwwoningen waarmee wij in de grondexploitatie nog geen rekening hadden gehouden. Dit gold ook voor de civieltechnische kosten voor dit onderdeel. Per saldo levert dit een voordeel op van € 626.000.

2. Wij hebben de kosten voor de gehele planuitwerking (civieltechnisch, bodemonderzoeken en VTU- en plankosten) op een actueel prijspeil gebracht zodat deze marktconform zijn. Samen met toekomstige kostenstijgingen levert dit een nadeel op van € 125.000.

3. Als gevolg van een lagere rentevoet (1,93% in plaats van 2,28%), per saldo hogere opbrengsten en faseringsverschillen is er sprake van een voordelig renteverschil van € 150.000.

-731.000

N

I

8.2 Grondexploitatie Zevenaar Oost Wonen.

Voor de jaarlijkse herziening van de grondexploitaties heeft een integrale doorrekening plaatsgevonden. Een en ander op basis van actuele marktontwikkelingen en een uitgangspuntennotitie die op 31 maart 2020 door ons is vastgesteld. Deze jaarlijkse herziening is vervat in de uitvoeringsrapportage grondexploitaties 2019. In deze uitvoeringsrapportage is het verwachte resultaat voor Zevenaar Oost Wonen becijferd op € 33.856.000 negatief op basis van netto contante waarde per 1 januari 2020. Ten opzichte van de uitvoeringsrapportage 2018 betekent dit een verbetering van het resultaat en een vrijval van de verliesvoorziening van € 769.000. Echter in de 2e Voortgangsrapportage 2019 werd rekening gehouden met een vrijval van de verliesvoorziening van € 1.500.000, waardoor er ten opzichte hiervan een verslechtering is ontstaan van € 731.000.
Hiervoor kunnen de volgende oorzaken worden aangewezen:

1. Wegens de uitbreiding woningbouw Groot Holthuizen was - in het kader van de bezuinigingsmaatregelen rond de Meerjarenbegroting 2020 - 2023 - een eenmalig bedrag van € 1.500.000 opgenomen. Hoewel deze bezuinigingsmaatregel nog moest worden uitgewerkt gingen we er vanuit dat dit bedrag in de voorliggende jaarrekening en bovengenoemde uitvoeringsrapportage kon worden verwerkt. Dit is niet gelukt en dit bedrag wordt nu in 2020 verwacht. Voor 2019 betekent dit een nadeel van € 1.500.000.

2. Voor een aantal projectmatige ontwikkelingen zijn hogere grondopbrengsten behaald doordat ontwikkelaars hogere Vrij-op-naam prijzen berekenen voor de eindgebruikers. De gemeente profiteert hiervan door hogere grondprijzen. Daarnaast kon het programma in De Stede worden herzien doordat de zgn. schoolwoningen niet worden gerealiseerd. Voor de locatie kunnen nu hogere grondopbrengsten worden ingeboekt. Met betrekking tot deze verkoopverschillen is sprake van een voordeel van € 167.000.

3. De raming voor civieltechnische werken is opnieuw doorgerekend voor de diverse deelgrondexploitaties Wonen. Dit leverde per sado een voordeel op van € 352.000.

4. Ten behoeve van de fietsstructuur in de woonwijk is een provinciaal subsidie toegekend van € 88.000, waarmee een deel van de kosten kan worden afgedekt.

5. Er heeft een prijspeilcorrectie plaatsgevonden om de budgetten te actualiseren op het huidige prijsniveau. Samen met toekomstige inflatieverschillen leverde dit een nadeel op van € 751.000. Dit komt voornamelijk doordat opbrengsten eerder zijn ontvangen dan geraamd waardoor toekomstige opbrengststijgingen niet meer worden gerealiseerd.
6. Door indexering van de aansluitbijdrage op het warmtenet van EnNatuurlijk en gewijzigde woningaantallen zijn er hogere opbrengsten van € 83.000.
7. Het budget voor bodem- en milieuonderzoeken en overige kosten is geactualiseerd wat een voordeel van € 17.000 oplevert.
8. De rente-effecten op de diverse deelgrexen Wonen bedragen € 813.000 voordelig, onder meer door een lagere rentevoet (1,93% in plaats van 2,28%) en verschillen in looptijd (lees: sneller binnenkomen van opbrengsten)

138.000

V

I

8.3 Wonen en bouwen - Leges omgevingsvergunningen en welstand
Er zijn in 2019 uiteindelijk nog meer omgevingsvergunningen verleend dan ten tijde van het opstellen van de 2e Voortgangsrapportage werd verwacht. Het gaat hierbij vooral om grotere complexe bouwprojecten. Hierdoor zijn de opbrengsten wegens leges omgevingsvergunningen en welstand hoger dan begroot. Overigens zijn hierdoor ook de personeelslasten hoger uitgekomen; het gaat hierbij om een bedrag van ca. € 80.000.

Deze pagina is gebouwd op 06/11/2020 10:00:39 met de export van 06/11/2020 09:58:28