Overzicht toprisico's
In de voorbereiding op deze jaarrekening zijn de risico’s geïnventariseerd en geactualiseerd. In het hieronder weergegeven overzicht zijn de risico's gepresenteerd met de grootste netto impact; dat wil zeggen effect x kans groter dan € 250.000.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ontwikkeling meerjarig
|
Toelichting op risico's
Grondexploitatie
Uit een recente risicoanalyse van de grondexploitaties blijkt dat het totale risicoprofiel van de grondexploitaties is gecalculeerd op € 7.407.000. Ten opzichte van het risico in de meerjarenbegroting 2019-2022 betekent dit een afname van € 2.500.000. In de paragraaf Grondbeleid is een specificatie van de cijfers in tabelvorm opgenomen. Ook is daar een toelichting op de verschillen opgenomen waarvan de belangrijkste zijn:
- Het risico in het kader van het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) blijft aanwezig. De uitgifte van bedrijventerreinen is de afgelopen jaren echter historisch hoog gebleken waardoor het overaanbod fors is teruggedrongen. Vanuit de diverse raden (waaronder die van Zevenaar) is inmiddels (raadsvergadering juni 2020) een voorstel aan Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland gedaan om de kaders uit het oorspronkelijke RPW te heroverwegen. Deze zal hierover naar verwachting in juli 2020 een besluit nemen.
Dit maakt dat het risico van het schrappen van bedrijfsgronden voor (logistieke) bedrijfsdoeleinden als lager wordt aangemerkt. - Omdat de ontwikkeling van het Outletcenter steeds dichterbij komt (er is inmiddels een onherroepelijke omgevingsvergunning) wordt het risico op het niet-ontwikkelen daarvan lager.
- Door de gunstige ontwikkeling met betrekking tot de vraag naar bedrijventerreinen (zie hierboven) wordt het vertragingsrisico eveneens lager geschat.
- Doordat een deel van de civieltechnische werkzaamheden is uitgevoerd, wordt de impact als gevolg van kostenstijgingen lager.
- Het afzetrisico van een aantal lastig verkoopbare kavels is gereduceerd omdat deze inmiddels zijn verkocht of zijn herontwikkeld.
- Het renterisico wordt lager geschat door de huidige blijvende lage rentestanden, in combinatie met de nog relatief korte looptijd van de grondexploitatie.
Opdrogen van bezuinigingsmaatregelen
De raad heeft bij de meerjarenbegroting 2020-2023 een pakket aan bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. De maatregelen resulteren in een structureel en reëel begrotingsevenwicht. Structureel moeten de maatregelen een bedrag van € 7,2 miljoen gaan opleveren. In de voortgangsrapportages monitoren wij de voortgang van de realisatie van de bezuinigingen. Het risico is aanwezig dat de bezuinigingseffecten in de loop van de jaren "opdrogen" of om andere externe ontwikkelingen niet het geraamde financieel resultaat halen. Dit risico schatten wij bij het sociale domein hoger in dan bij het fysieke domein. Daarnaast zijn er bezuinigingsvoorstellen van financieel-technische aard waarvan het risico vrijwel nihil is. In totaal hebben wij het risico geschat op € 3,5 miljoen met een kans van 30%.
Sociaal domein / Jeugd / WMO
De prognose voor het gebruik van jeugdzorg en Wmo is gebaseerd op de werkelijke uitgaven, verhoogd met de verwachte ontwikkelingen in prijs en aantal cliënten. Wij zijn hierbij afhankelijk van factoren die buiten onze invloedsfeer liggen. Als risico wordt op basis van het huidige kostenniveau voor de gemeente Zevenaar een bedrag van € 1,1 miljoen aangehouden.
Tekort op het I-deel / BUIG
In de Businesscase heeft de RSD de opdracht gekregen om zich verder te ontwikkelen tot een netwerkorganisatie. De effecten van de Businesscase zijn verwerkt in de begroting. Een belangrijke besparing in de businesscase is de daling van het aantal bijstandsgerechtigden. Het risico bestaat dat de veronderstelde daling niet wordt gerealiseerd, waardoor een nadeel ontstaat bij het I-deel. Dit risico in combinatie met de schommeling in de BUIG geeft aanleiding een risico op te nemen in de weerstandsparagraaf. Het risico wordt geschat op maximaal € 1 miljoen.
Vervallen extra middelen Jeugdzorg in de algemene uitkering
Voor de jaren 2019 t/m 2021 heeft het kabinet via de Algemene uitkering uit het gemeentefonds extra middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van de hoge kosten die gemeenten momenteel moeten besteden aan de jeugdzorg. Het kabinet geeft daarbij aan dat het niet zeker is of de bedoelde hogere gemeentelijke uitgaven structureel zijn, dan wel onderdeel van “een tijdelijke boeggolf”. Een nieuw kabinet zal daarom op basis van de uitkomsten van een in te stellen onderzoek besluiten of de extra rijksmiddelen ook na 2021 nog worden uitgekeerd. De extra middelen zijn daarom vanaf 2022 niet meer opgenomen in de cijfers van de meicirculaire, waarop de berekening van de Algemene uitkering in onze begroting is gebaseerd. Het ministerie heeft echter een richtlijn opgesteld waarin wordt aangegeven dat gemeenten voor de jaren 2022 en 2023 gebruik kunnen maken van een stelpost tot een maximum van het eigen aandeel in het over 2021 verstrekte bedrag. Voor onze gemeente gaat het hierbij om een bedrag van € 750.000. Het alsnog komen te vervallen van de extra middelen is een risico in de begroting.
Verbonden Partijen
De totale jaarlijkse bijdrage van onze gemeente aan Verbonden partijen is ongeveer 20 miljoen. Het risico bestaat dat Verbonden Partijen in een bepaald jaar een hogere bijdrage nodig hebben dan begroot. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan bij onverwachte tegenvallers in hun exploitatie. Omdat de verbonden partijen in hoofdzaak niet beschikken over een eigen weerstandsvermogen, worden deze tegenvallers in rekening gebracht bij de gemeente. We gaan voor de inschatting van het risico uit van maximaal 5% van de totale jaarlijkse bijdrage.
Wachtgeld wethouders
Om de huidige wethouders te beschermen tegen de gevolgen van werkloosheid na het wethouderschap geldt een wachtgeldregeling. Na het wethouderschap ontvangt een wethouder een Appa-ontslaguitkering, tenzij de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Dit is geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Waarom het wethouderschap beëindigd is hierbij niet van belang; het recht op de uitkering bestaat ongeacht de reden van het aftreden. De specifieke aanspraak en omvang kunnen pas worden bepaald op het moment dat zich dit voordoet.
Algemene uitkering
De jaarlijkse verhogingen of verlagingen (het accres) van het gemeentefonds zijn onzeker. Het gemeentefonds ontwikkelt zich evenredig aan de rijksuitgaven. Nemen de rijksuitgaven toe, dan neemt ook de algemene uitkering toe. Bij een afname van de rijksuitgaven geldt het omgekeerde. De hoogte van de algemene uitkering is hierdoor afhankelijk van omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de gemeenten liggen.
Vervangen essen in verband met schimmel
In de gemeente Zevenaar staan ongeveer 5.000 essen. Landelijk gaan veel essen dood als gevolg van het vals essenvlieskelkje, een schimmel uit Azië waar onze inlandse essen niet tegen kunnen. Ook in Zevenaar is al een aanzienlijk deel van de essen aangetast. Naar verwachting zal op termijn 25% van de essenpopulatie moeten worden vervangen door andere boomsoorten. Door het droge weer van de afgelopen jaren is het risico afgenomen. Het risico is gehalveerd van € 1.000.000 naar € 500.000.